School: ‘zin in’ of ‘worsteling’?

In hoeveel klassen zal het aan dit begin van het schooljaar weer zo gaan: 

De leraar/leerkracht legt uit, de leerlingen luisteren en maken wel of geen aantekeningen. Voor sommige leerlingen is het verhaal niet logisch. Zij begrijpen niet echt wat de essentie er van is. Jammer, dat gaat thuis weer meer werk opleveren om zover te komen. Ligt dit aan het verhaal van de leraar of ligt dit aan deze leerlingen?
Ik denk dat de wisselwerking tussen hen hier oorzaak van is. De leraar / methode hanteert een wezenlijk andere denkstijl dan deze niet begrijpende leerlingen. Dit maakt begrijpend luisteren heel lastig. Het is dus geen kwestie van ‘fout’ of ‘schuld’ maar een communicatiemisser.

Om welke twee denkstijlen gaat dit dan?

Onderwijsmethodes werken veelal vanuit de analyse, stap voor stap naar de oplossing of het overzicht. Dit sluit aan bij de seriële manier van denken (tijd en volgorde) en heet de verbaal cognitieve denkstijl, of kortweg taaldenken. Woorden en begrippen zijn de informatiedragers en het stapsgewijze denken zorgt voor de helderheid en structuur.  Iedereen met deze denkstijl begrijpt de uitlegstappen van de leerkracht/leraar, ziet de logica en onthoudt het daarom makkelijker.


De andere denkstijl is de visueel cognitieve denkstijl, of kortweg beelddenken. Deze mensen hebben moeite met het verwerken van deze seriële informatie. Zij verwerken de informatie beter simultaan (gelijktijdig): Niet de stappen zijn voor hen uitgangspunt van denken maar het geheel waarin deze details een plaats hebben. Met dit overzicht als uitgangspunt zien zij al associërend de verbanden, en werken zo naar de details toe. Eigen ervaringen en kennis nemen zij in dit denkproces mee. Zo maken zij het geheel inzichtelijk. Beelden zijn hierbij hun informatiedragers.. Omdat dit associatieve denken in beelden veel minder tijd vraagt van onze hersenen dan het taaldenken, begrijpen zij op deze manier de informatie vaak sneller, heeft het direct een context en kunnen zij er al denkend mee ‘spelen’.

Het huidige onderwijssysteem is dus lastig voor beelddenkers.

Het geheel / het overzicht wordt, binnen de onderwijsmethoden, meestal pas aan het eind van het leerproces gegeven. Leerlingen die weet hebben van het verschil  tussen deze twee denkstijlen kunnen zich het zelfstandig omkeren van de informatie eigen maken. Dit kost hen wel bergen energie.


Leerlingen die geen weet hebben van deze verschillen hebben, ontwikkelen hierdoor makkelijk een laag zelfbeeld: ‘ik zal wel dom zijn’. Dit is onterecht, het doet zeer én het duurt vaak jaren voor dit beeld herzien wordt door hen én hun omgeving. Eenmaal aan het werk zijn het namelijk vaak geliefde collega’s die met behulp van hun talent om vanuit het overzicht te denken, probleemoplossend en strategisch denken .

 

Hoe weet je welke denkstijl je hebt?

Denk eens aan het woord ’toetje’. Zie je dan in gedachten een schaaltje met je lievelingstoetje met wafel en slagroom? Of zie je de letters van het woord toetje: t-o-e-t-j-e. Het verschil lijkt door deze kleine test zo onbelangrijk maar er zit een wereld van verschil tussen deze verbaal cognitieve en visueel cognitieve denkstijl.

Vanaf welke leeftijd weet je welke denkstijl je hebt?
Als baby zijn we allemaal deze beelddenker. De baby hoort de taal van de mensen om zich heen, maar denkt nog in ervaringen en beelden. Na heel vaak het woord ‘slapen’ gehoord te hebben, weten zij dat het bedje (zacht, warm, rustig) en het naar bed brengen (omkleden, liedje, muziekje) er mee bedoeld wordt.
Vanaf een jaar of 4 ontwikkelen we ons als taal- of als beelddenker en rond het 10e jaar is onze denkstijl een feit.*
Een relatief klein aantal mensen heeft geen voorkeur en kan voor elk moment de meest handige denkstijl kiezen.

*2010 onderzoek van Jaap Murre, hoogleraar Theoretische Neuropsychologie Universiteit Amsterdam

En wat ligt er in de toekomst voor deze beelddenkers?

Op dit moment wordt er door Jaap Murre en Anneke Bezem gewerkt aan testprofielen voor deze leerlingen. De bedoeling is dat hiermee ook passend onderwijs geboden kan gaan worden aan visueel cognitieve denkers. De hoop en verwachting is dat dit onderzoek dit jaar zal worden afgerond.