Als ik mijn ogen sluit en weg vaar met het begrip creativiteit in gedachten….
Voel ik vrijheid – oneindigheid – plezier – dóen – kleuren – woorden – avontuur.
Wát is dat toch: Creativiteit?
Het is iets wat je met je handen en je hoofd doet. Je kunt schilderen, schrijven, bouwen, naaien, koken, uitvinden, vertellen…
Creëren is hier de overeenkomst – terwijl je bezig bent ontstaat er iets – als je stopt is er iets. Een schildering, verhaal, bouwsel, jurk, gerecht, handigheid, verhaal,…
Is creativiteit iets verzinnen?
Misschien.
Als je kookt doe je soms net iets anders dan het recept zegt, want dat lijkt je op enig moment lekkerder. Als je schildert wordt het niet wat je aanvankelijk dacht, omdat je, in het moment, een andere kleur of richting nam. Als je schrijft is er ineens die vibe waardoor je achter elkaar 3 pagina’s vol typt die het plot een wending geven.
Verzin je dat?
In mijn beleving luister ik dan naar een stemmetje, wat mij een ander idee voorhoudt, en waar ik a la moment naar luister.
Is creativiteit dan luisteren? Luisteren naar een ingeving die me bereikt. Van binnenuit? Of van buitenaf? Daar ben ik nog niet uit. Maar misschien doet dat er niet zo toe?
Is creativiteit wérken?
Of komt creativiteit je aanwaaien? En…kun je het aanwaaien sturen?
Zelf merk ik dat de sleutel van creativiteit vooral zit in dóen. Begin, klooi, speel, durf weg te doen, opnieuw te beginnen. Iets rook, hoorde, voelde, proefde ik waar ik iets mee wil. En steeds vaker durf ik het aan nog niet te weten wat ik er mee ga doen. Ik speel dan met de materialen, de pen, de stiften, de penselen. Heb plezier in: “Nee anders, nog anders… hoe doe ik dit?… Ai, een nieuw papier, dit bedoelde ik niet”. Als ik zo bezig ben lijkt het alsof ik luister naar de verf, naar de lijnen die ik zet. Mijn wereld is even slechts het blok papier.
Dat klinkt misschien mystiek maar voor ik daar aan begin moet ik meestal moed verzamelen. Moed, omdat het eventueel nog niet goed kunnen er altijd is. Het lijkt zoveel op spelen maar ik ben al zo lang bezig met de dingen die direct lukken. En spelen is inherent aan ontdekken, proberen, falen en op nieuw doen. Dat is heel okee maar op je 60ste ook wat onwennig. Waarom doe ik het dan? Omdat dit onwennige gevoel me ergens brengt, Juist dit falen geeft soms ideeën. Haalt me van mijn gebaande padje af. Juist door dat ik het risico van falen durf te nemen kóm ik ergens waarvan ik nog niet wist dat dat er voor mij was. Nieuwe effecten van technieken, nieuwe combinaties van technieken. Dát is waarvoor ik van mijn gebaande padje afga en mijn moed weer verzamel om op onderzoek uit te gaan. En hoe mooi is dat. Door m’n ego opzij te zetten, m’n gevoel van onveiligheid het zwijgen op te leggen, m’n angst voor geklungel weg te ruimen, juist daardoor groei ik.
Om op de titel van deze alinea terug te komen: ja, ik vind dat wel werken.
Wordt het ook iets? En is het goed genoeg?
Het is een volle boel bij mij van binnen want er zit nóg een stem in mij. Naar haar wil ik níet luisteren, ze zegt zelden iets aardigs.
Het is de stem van m’n onderwijzer, docent, ouder, zus, grootouder, noem maar op. En au! Dáar zit pijn die ik lang geleden voelde toen zij kritiek hadden op wat ik ooit creëerde. Zij keken niet naar m’n plezier, groei, lef om het te proberen. Nee, in de kwetsbaarheid van het spelen kwam die mokerslag: bammmm!! Mijn critica was geboren. En in mijn workshops zie ik zoveel deelnemers met zo eenzelfde kritische dame of heer in zich.
Zelf heb ik haar een naam gegeven en probeer ik haar buiten te sluiten. “Ben je daar weer? Wat doe je hier?” Ik visualiseer een kistje voor haar en sluit dat af. Haar niets opbouwende houding en woorden verhinderen me te luisteren naar de flow die me het plezier geeft aan de slag te blijven. En te blijven groeien in wat ik doe.
Wat ik nodig heb is stilte – muziek – rust – tijd – doen. Tussendoor – lopen – erover praten. Heel soms denk ik ineens: “Wow, dit maakte ik”. De volgende dag zie ik nog een ditje, ‘smiddags nog een datje. En ik wéet het is nooit klaar. En ik hóor mijn critica morrelen aan het slot van het kistje……
Maar er is ook een mooi moment waarop ik denk ‘het is nú goed er mee te stoppen’. Tevreden zijn is ook een kunst.
Het mag duidelijk zijn: creativiteit is een verrassing voor mij.
Aanvankelijk werkte ik graag alleen. In mijn eigen ruimte. Deze zomer tekende ik samen met mijn schoonzusje buiten, op vakantie in Frankrijk. Wát een ervaring. Prachtig. Ik besloot meer buiten te tekenen en heb nu een blok en tekenspul in mijn tas. Ik geniet van de oude gebouwen en mensen die ik schets. Nog steeds worstel ik met licht, afmetingen, perspectief en de omgeving. En ik ben ook lekker bezig mijn goed kijken skills te ontwikkelen. In gedachten de sleutel van het kistje in mijn zak. En mijn ego, die niet van fouten maken houdt en het liefst alles in éen keer goed doet, glimlach ik weg. Want wat een genot dat spelen weer mag. Dat gewoon gaan dóen mijn norm is geworden.
Naast dit buiten spelend tekenen wil ook nog meer. Ik wil samen creëren. Daarover meer in mijn volgende blog.